Textielobjecten vormen een rijke voedselbron voor de larven van motten en tapijtkevers. Vooral vuil textiel gemaakt van wol is zeer aantrekkelijk. Vuil katoen en zijde worden ook mee gevreten. Schimmels, voornamelijk oppervlakteschimmels, tasten meestal plantaardige weefsels aan. De schade aangebracht door insecten en schimmels wordt in textielrestauratie biologische schade genoemd. Om deze schade te voorkomen en te bestrijden worden textielobjecten ingevroren. Na veertien dagen bij -20ºC zijn de insecten dood. Schimmelsporen worden niet gedood, maar het mycelium droogt uit en kan na het invriezen makkelijker mechanisch verwijderd worden.